Het gratis portaal voor buitenlandse woningen

Minder hoofdbrekens bij vererving buitenlands tweedehuis !

Het doel van de EEV is het voor Europese burgers makkelijker te maken hun erfopvolging te regelen bij internationale nalatenschappen en om de afwikkeling daarvan soepeler te laten verlopen. In deze bijdrage richten wij ons op de situatie van een in Nederland woonachtige erflater (getrouwd en drie kinderen) met een vakantiewoning in Frankrijk. We gaan ervan uit dat hij geen testament heeft gemaakt. Welk erfrecht is ten aanzien van de vakantiewoning bij overlijden van toepassing en wat verandert er per 17 augustus 2015? En hoe verloopt de heffing van erfbelasting in Frankrijk en in Nederland vóór en na 17 augustus aanstaande? Huidige erfrechtelijke situatie Allereerst moet er bekeken worden welk erfrecht nu van toepassing is. Frankrijk en Nederland beoordelen dit vanuit hun eigen internationaal privaatrechtelijke regels (conflictregels).
 Vanuit Nederlands perspectief gelden de bepalingen van het Haags Erfrechtverdrag 1989 (HEV). Op grond van artikel 3 lid 1 HEV is het Nederlandse erfrecht van toepassing als de erflater ten tijde van zijn overlijden in Nederland zijn gewone verblijfplaats heeft. Het Nederlandse erfrecht geldt dan ten aanzien van de gehele nalatenschap. Dit betekent dat de ‘wettelijke verdeling’ van toepassing is: de langstlevende echtgenoot krijgt alle goederen en schulden van de nalatenschap en de kinderen erven een in beginsel niet-opeisbare vordering op de langstlevende. Frankrijk is geen partij bij het HEV. 
Vanuit Frans perspectief geldt voor roerend vermogen het recht van het land waar de laatste woonplaats van de erflater is gelegen. Ten aanzien van onroerend goed geldt het recht van het land waar het onroerend goed is gelegen. Vanuit Franse optiek is dus ten aanzien van de vakantiewoning het Franse erfrecht van toepassing. Verschil in erfrecht Indien het echtpaar gemeenschappelijke kinderen heeft, geldt naar Frans recht dat de echtgenote kan kiezen: ofwel het vruchtgebruik van de gehele vakantiewoning, ofwel het eigendomsrecht van een vierde deel van de vakantiewoning. Als zij het vruchtgebruik kiest, krijgen de drie kinderen gezamenlijk de blote eigendom van de vakantiewoning. Als de echtgenote kiest voor een vierde deel van de vakantiewoning in volle eigendom, verkrijgen de kinderen ieder een kwart van de vakantiewoning in volle eigendom. Het is duidelijk dat dit verschil in toepasselijk erfrecht in de praktijk voor problemen kan zorgen. De echtgenote kan bijvoorbeeld niet zonder medewerking van de kinderen de vakantiewoning verkopen. Omdat het in Frankrijk op dit moment niet mogelijk is een rechtskeuze te maken, kan nu niet voorkomen worden dat het Franse erfrecht van toepassing is op de vakantiewoning. Huidige fiscale situatie Aangezien de erflater in Nederland woonde, zijn de langstlevende echtgenoot en de kinderen in beginsel ieder erfbelasting verschuldigd over een vierde deel van de waarde van zijn ‘wereldwijde’ nalatenschap (dus inclusief de Franse vakantiewoning). Als gevolg van de wettelijke verdeling wordt de echtgenote enig eigenaar van de Franse vakantiewoning en erven de kinderen een niet-opeisbare vordering op haar. Nu de vakantiewoning zich op Frans grondgebied bevindt, is daar in Frankrijk ook erfbelasting over verschuldigd. In Frankrijk wordt de wettelijke verdeling zoals we hiervoor hebben gezien niet gevolgd. De langstlevende echtgenoot heeft de keuze tussen vruchtgebruik of een kwart van de woning in volle eigendom. Dat betekent dat vanuit Franse optiek zowel de echtgenote als de kinderen een deel van de woning erven. Dubbele heffing De echtgenote zal in Frankrijk geen erfbelasting over haar verkrijging zijn verschuldigd, want Frankrijk stelt de langstlevende volledig vrij van erfbelasting. De kinderen daarentegen zijn in beginsel wel Franse erfbelasting verschuldigd. In Nederland ook, dus hier treedt mogelijk ‘dubbele heffing’ op. Nederland en Frankrijk hebben geen verdrag ter voorkoming van dubbele erfbelasting gesloten. Op grond van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (Bvdb) mogen de kinderen de Franse erfbelasting slechts in mindering brengen op hun verkrijging (art. 49 Bvdb). Om tot een ruimere verrekening te komen, kan sinds 25 oktober 2014 weliswaar een verzoek aan de Belastingdienst worden voorgelegd, maar het is de vraag of dat de dubbele heffing uiteindelijk volledig wegneemt (zie het besluit van de staatssecretaris van 15 oktober 2014, BLKB2013M/1970M, onderdeel 6). Erfrechtelijke en fiscale situatie na 17 augustus 2015 Vanaf 17 augustus 2015 treedt de EEV in werking. Dit houdt in dat voor alle nalatenschappen die na die datum openvallen in de lidstaten van de Europese Unie – met uitzondering van Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Ierland - dezelfde conflictregels ten aanzien van het toepasselijke erfrecht gelden. Hoofdregel is dat het recht van de gewone verblijfplaats van de erflater ten tijde van zijn overlijden van toepassing is op de gehele nalatenschap (artikel 21 EEV). Omdat de erflater ten tijde van zijn overlijden in Nederland woonde, is zowel in Nederland als in Frankrijk het Nederlandse erfrecht van toepassing op de vakantiewoning. De Franse notaris zal dus, als er geen andersluidend testament is, de bepalingen van de Nederlandse wettelijke verdeling moeten toepassen op de vakantiewoning. Door de inwerkingtreding van de EEV zal in dit geval geen Franse erfbelasting meer zijn verschuldigd. De wettelijke verdeling wordt nu immers door Frankrijk gevolgd, zodat de Franse woning volledig door de echtgenote wordt verkregen en niet meer door de kinderen. De langstlevende echtgenoot is vrijgesteld van Franse erfbelasting. De kinderen erven een onderbedelingsvordering op de langstlevende (in Nederland); daarover zijn zij in Frankrijk geen erfbelasting verschuldigd. Er treedt dus geen dubbele heffing meer op. De echtgenote en kinderen zijn alleen in Nederland erfbelasting verschuldigd over onder andere de Franse vakantiewoning. De EEV maakt de zaak dus zowel juridisch als fiscaal een stuk eenvoudiger en dat juichen wij toe.
 Valkuilen Oplettendheid blijft uiteraard wel geboden. In deze bijdrage zijn wij bijvoorbeeld niet ingegaan op het toepasselijke huwelijksvermogensrecht; er is nog geen Europese huwelijksvermogensverordening. 
Verder kan de persoonlijke situatie van de erflater wijzigen. Als hij bijvoorbeeld in Frankrijk gaat wonen, dan is vanaf dat moment, zowel ten aanzien van zijn vermogen in Nederland als in Frankrijk, het Franse erfrecht van toepassing. Dit kan eventueel voorkomen worden door het uitbrengen van een rechtskeuze. Een emigratie leidt uiteraard ook tot een ander fiscaal ‘plaatje’. Internationale nalatenschappen vereisen met andere woorden continu maatwerk. Bron :

https://www.accountant.nl/

Minder hoofdbrekens bij vererving buitenlands tweedehuis !